- <!-- @page { margin: 2cm } P { margin-bottom: 0.21cm } -->
Gene poespas, gene cirque, genen tralala…
’t Is raar… en ’t zal nog effe raar blijven… mijn vader die er niet meer is. Ik vat dat nog niet echt. Jullie ongetwijfeld ook niet. En dit is ook raar: iets zeggen over mijn vader. Want enerzijds ga ik hier tekortschieten en anderzijds wou hij gene poespas, gene cirque, genen tralala. Dus ga ik hier ook niet té emotioneel worden, hij was zo niet, en hij wou dat niet. En dat we je gaan missen, paps, dat spreekt. Wij allemaal hier. Ok, je voorwaarden zijn genoteerd, paps.
Natuurlijk ga ik hier tekortschieten. Wie was Jan Deckers? Dat valt ni in een paar woorden te vatten, ook niet in véél woorden trouwens. En ook… hij was verschillende dingen voor verschillende mensen.
Zo was hij Papa Jan voor David en voor mij. Hoewel hij het woord ‘Papa’, toen we begin 20 en dus volwassen waren, simpelweg wou vervangen door gewoon ‘Jan’. “Noem me vanaf nu maar Jan”. Nu bekeken denk ik dat hij dacht: “de opvoeding zat er op dus geen titels meer”. Gene poespas, gene cirque, weet je wel. Ik heb m’n best gedaan om soms, aan de telefoon, ‘Jan’ te zeggen maar toch niet altijd.
En hij was ome jan tussen alle nonkels, voor de talrijke kinderen en kleinkinderen die hem aanspraken op het jaarlijkse kerstfeest in Halle, voor zijn petekindjes. Niet dat hij een aparte positie wou binnen de familie, he! Maar dat was gewoon zo, nonkel Walter, nonkel Bruno, nonkel Pol, nonkel Luc (*), nonkel Stefan enz… en… ome Jan. En dat was zo gegroeid, en ook wel grappig.
(*) correctie na de receptie: nonkel Luc gaf aan dat hij ook al lang (liefst) ‘ome Luc’ genoemd wordt. Alleen ben ik hem blijkbaar toch nónkel Luc blijven noemen… ;-)
En hij was Jan voor z’n collega’s, voor de kaderleden en voor de arbeiders, voor ‘de mannen van den buro’ en ‘de mannen van ’t magazijn’. Ni teveel meneer en niet te veel verschil alstublieft, we zijn allemaal collega’s, we werken allemaal aan hetzelfde, voor hetzelfde, we zijn allemaal mensen. Gewoon.
En hij was Jan, maar meestal ‘Jantje’, voor de vrienden, voor de broers, de zussen, de schoonbroers, de schoonzussen en zeker en in de eerste plaats voor mijn moeder, mams. Jan en Heide-Marie, oftewel Janneke en Mieke. Gewoon. Gewoner kan niet, als je Jan heet. En hij was niet zo héél groot dus… Jantje. Hij was nummer 6 van de 11 broers en zussen, helemaal in ’t midden, 5 voor, 5 na hem. Gewoon, de middelste.
Gewoon en toch… speciaal, de middelste maar zeker niet middelmatig, iedereen zal akkoord gaan. Mijn vader zétte zich in ’t midden. Als er al eens onenigheid of ruzie was bij de 11, dan zétte hij zich in ’t midden. Luisteren, discussiëren, geen partij trekken, verenigen, bijeen trekken, bemiddelen. De middelste zijn heeft zo zijn voordelen. En het was zijn karakter: hartelijk, begrijpend, niet veroordelend, beminnelijk, harde of kwetsende woorden vermijdend, diplomatisch. En thuis, op het werk of op de voetbal of den bridge was hij niet anders.
Papa jan, ome jan, jan, jantje… voor elke naam heeft iedereen andere herinneringen. En nu, straks, morgen en later zetten we die allemaal bij elkaar. En dan denken we vaak aan dezelfde dingen. Natuurlijk zijn er anekdotes. En kattenkwaad. En stoere verhalen uit zijn jeugd. Op je 15 beslissen om met de fiets alleen naar spa te rijden bvb., ik wou dat ik er bij was geweest. Maar wij reden, papa, David en ik, ook wel een keer van Brussel naar Schilde, naar nonkel Bruno. En dat vonden wij toen best stoer van onszelf. “Wilde gij gaan logeren bij de Kris? Dan gaan we met de fiets naar Schil, he.”
Er komt nu vanalles naar boven, zoveel herinneringen. En bij jullie ook waarschijnlijk. Straks horen we ongetwijfeld nog veel bekende of minder bekende verhalen. Maar om terug te gaan naar hoe niet alleen ik maar velen, zoniet iedereen hier, Jan herinnert… Je kon ni om mijn vader zijn lach heen, zijn warme lach, zijn speelse, vitale blik. En om zijn intelligentie. Analytisch maar nooit koud. Sociale intelligentie. Ikzelf ken bvb geen enkele mens die hem niet mocht. En da’s best opmerkelijk, als je daar even bij stilstaat. Warm intelligentie, speelse intelligentie. Hij speelde graag, goed en slim voetbal, van tijdens zijn schooltijd bij den Olvac en daarna nog decennialang, gewoon trouw bij den Olvac. En hetzelfde geldt zéker voor het schaken. Hij leerde mij spelen toen ik 5 was, ik heb hem pas voor de eerste keer geklopt toen ik 17 of 18 jaar was! Hij speelde graag, goed, slim. Voor bridge, zijn favoriete keuze als het om intelligente spelletjes ging, geldt dat zéker. Plus… wie bij de loting Jan trok, die mocht van geluk spreken. Je kreeg een goeie speler aan je zij maar ook -en vooral- een aangename speler. Gene poespas, gene cirque, genen tralala. En daarna nakaarten, vriendschappelijk. Met oog voor het spel maar ook voor de personen. Hij hield van de strijd, van de uitdaging, van het spel, maar niet om de knikkers maar voor de lol…
We kunnen zo nog wel een paar uurtjes doorgaan, he? ;-) Over dat hij zijn verantwoordelijkheid nam en met mijn moeder trouwde terwijl dat toch niet zooo evident was want zo goed kenden ze elkaar niet. En hoe hij, naast die deels ‘rationele’, verantwoordelijke keuze, mijn moeder toch heel héél graag gezien heeft. En hoe alles toch niet al-tijd peis en vree was thuis want ook thuis was er ook wel eens ruzie. Want ja, mijn broer en ik deden stommiteiten, mijn moeder deed al eens zotte kosten en hijzelf dronk al eens een glas en ook wel één meer. En dat is maar normaal, dat er eens onenigheid was. Janneke en Mieke waren tenslotte 42 jaar samen. Maar moeten we het over alle familiale zaken hebben? Nee. Dit is natuurlijk geen heiligverklaring dus het zou best mogen. Maar vooral… ik zou tekortschieten. En da’s maar normaal. En ook, nogmaals, hij zou het ni gewild hebben. “Zeg, moet da nu? Laat maar al, zene”. Maar sorry paps, ik moet toch nog iets zeggen. Jij hield ni van preken, uitvoerig uitweiden of oeverloos herhalen, ik weet het. Maar ik moet nog iets zeggen over hoe gij het leven zag, iets over vrije keuze.
Ik herinner me een gesprek toen ik in 17 of 18 was en in het 5de jaar Latijn-Grieks zat. Ik kwam thuis en we hadden die dag gelezen over Achilles, de sterkste Griekse krijger uit de Ilias van Homeros. De held die weet dat hij vroeg zal sterven. En omdat de goden dat pad hebben gekozen voor hem, moet hij kiezen: wat wil je, Achilles? Een lang en roemloos leven of een kort en roemrijk? Mijn vader loog niet over zijn eigen keuze, al ging het hem zéker niet om roem. Maar hij heeft altijd voorspeld dat hij niet zo lang zou leven, da was geen geheim. En dat zei hij mij die dag ook. Achilles zijn pad was bepaald. En hij mocht dat zeggen, de waarheid heeft zijn rechten en ook tegen je kinderen moet je eerlijk zijn. En dat was altijd zo geweest, heel onze jeugd: je vertelde hem je plannen, hij gaf zijn eerlijke mening en jijzelf besliste. Hij dwong je niet om een andere keuze te maken. Je proberen te overtuigen? Ja, natuurlijk. Maar ook als hijzelf vond dat het een slecht plan was of een keuze die hijzelf niet zou maken… go, gaat ervoor, jij beslist, jij moet er content mee zijn, jij moet er achter staan.
Vrijheid. Vrije keuze. Wat hij zei was dat je keuzes moest maken en erachter staan. Kies uw leven, uw levenskwaliteit, uw pad. En doe dan wat je van plan was. En liefst compleet, 100%, niet ‘half-ze-gats’ maar zo goed mogelijk. Rekening houdend met je situatie en de mensen rond u die je graag ziet. Dat was niet altijd zo gemakkelijk, vrijheid. En daar leren mee omgaan is wellicht de moeilijkste maar ook beste les die wij, David en ik, van papa gekregen hebben. ’t Is wa ge der zelf van maakt…
Paps, Jan, we willen nog eens tegen u schaken. Maar we moeten onder ogen zien dat het leven u maar vierenzestig meedogenloze vakjes gegeven heeft, evenveel als op een schaakbord. En we zouden nu wel kunnen willen dat je een dammer was en 100 vakjes gekregen zou hebben, zoals op een dambord… En je zou je niet verveeld hebben waarschijnlijk, dammen is… toch ook… tof? Nee, laat ons eerlijk zijn: da was geen spel voor jou.
Sorry, paps, ik weet het: gene poespas, gene cirque, genen tralala. En toch sta ik hier al heel die tijd te vertellen. Maar ik moest. Want zo gewoon was je ni, je was sterk, pezig, vinnig en mijn… onze sterke vader, mama’s sterke man. Waar wij naar opkeken. En waar we zowat alles van geleerd hebben. En we drinken straks enen op u, dat hadde zéker gewild, da weet ik. En hou ons maar in de gaten, ge zult zien, we maken onze keuzes, we staan daar achter en we gaan daar voor… we gaan door, wees gerust. Zoals jij gewild hebt. Dat zijn we je verplicht…
Flip
<!-- @page { margin: 2cm } P { margin-bottom: 0.21cm } -->
Wees kalm…
Wees kalm temidden van het lawaai en de haast en bedenk welk een vrede er in stilte kan heersen. Sta op goede voet met andere mensen zonder jezelf geweld aan te doen, zeg je waarheid rustig en duidelijk en luister naar anderen; ook zij vertellen hun verhaal. Mijd luidruchtige en agressieve mensen; zij belasten de geest.
Wanneer je je met anderen vergelijkt zou je ijdel en verbitterd kunnen worden want er zullen altijd grotere en kleinere mensen zijn dan jezelf. Geniet zowel van wat je bereikt als van je plannen. Blijf belangstelling houden voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn; het is een werkelijk bezit in de veranderlijke fortuin van de tijd. Betracht voorzichtigheid bij het zaken doen, want de wereld is vol bedrog. Maar laat dit je niet verblinden voor de bestaande deugd; veel mensen streven hoge idealen na en overal is het leven vol heldendom.
Wees jezelf. Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want bij alle dorheid is zij eeuwig als het gras.
Volg de loop der jaren met gratie; verlang niet naar een tijd die achter je ligt. Kweek geestkracht om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn, maar verdriet jezelf niet met spookbeelden. Vele angsten worden uit vermoeidheid en eenzaamheid geboren. Leg jezelf een gezonde discipline op, maar wees daarbij lief voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren, je hebt het recht hier te zijn en al is het je al of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zoals het zich ontvouwt en zo is het goed.
Heb daarom vrede met God, hoe je ook denkt dat hij moge zijn, houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven. Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen, is dit nog steeds een prachtige wereld. Wees voorzichtig. Streef naar geluk.
Anoniem - Baltimore, 1692 (ook toegeschreven aan Max Ehrmann, Desiderata, 1952)
Kaartje
Ome jan, papa jan, jantje, voor elke naam heeft iedereen andere herinneringen
Maar zetten we die allemaal bij elkaar dan denken we vaak aan dezelfde dingen
De warme lach in je mopjes, je speelse, vitale blik naar iedereen die jou ontmoette
We kennen geen mens die je niet mocht, die je niet hartelijk begroette
Je hield van de strijd, de uitdaging, het spel, niet om de knikkers maar voor de lol
En dan vriendschappelijk nakaarten, met koffie of een wijntje, doe jij ze nog eens vol?
Interesse en intelligentie brachten je bridge en het schaakbord van je vaderlijke leven
heeft je ook maar die vierenzestig meedogenloze vakjes gegeven
We zouden willen dat je een dambord aan jaren was toebedeeld
Maar laat ons eerlijk zijn: da’s geen spel voor jou, al had je je waarschijnlijk niet verveeld
Maar toch… dan liever kwaliteit, in mensen, genieten, samenzijn en goed werk afleveren
De beminnelijke bemiddelaar zal ons blijven suggereren dat we elkaar beter een hand geven
Beter dan gelijk willen halen en aan een tafel eeuwig gaan strijden
Kon jij, beter dan wie ook, kwetsende en harde woorden vermijden
Nu en later zullen wij nog nakaarten, niet om die knikkers maar voor ons plezier
En spelen zullen we, op de bal niet de man. Kijk maar, hou ons in de gaten, blijf nog maar even hier…
Flip
Vader
De dingen die voorbij zijn, blijven rustig verderleven,
sereen, omdat ze niet meer zo acuut
en niet meer slechts zo heel heel even
moeten gebeuren van minuut tot minuut
Zo ging mijn vader, sinds hij stierf
ook in mijn dromen al een paar keer dood, maar trager,
er niet de tijd voor nemend, maar een eeuwigheid,
en leeft hij tóch nog verder, verder en wat vager.
Hij zegt niets meer, hij is een sfeer, mijn vader,
van oude woorden, het woord ‘altegader’
het woord ‘gelaat’ en ‘schoot’ (van ons gezin) en ‘schoon’.
Zo rustig wil ik ook wel sterven, een keer of zes, zeven
in de dromen van mijn zoon.
Tot ik gewoon blijf leven.
Herman de Coninck
Heeft u reeds een familie login klik dan hier om in te loggen.
Rouwregister